Mogen we een hond? Nee! Mogen we dan een hamster? Nee! Waarom niet? Omdat we te vaak weg zijn. Maar een hamster is heel klein. Nee jongens, geen huisdieren.
Ondanks het regelmatig voeren van dit gesprek aan de keukentafel wordt de inhoudelijke kwaliteit ervan niet beter. We hebben wel twee corona-toevoegingen in de argumentenfabriek van de kinderen: we zijn met corona toch heel veel thuis? En: op het jeugdjournaal was er ook een bericht over meer kinderen die huisdieren mogen. Oooo, als ze toch eens weten hoe dichtbij ze ooit zijn geweest… nooit verklappen! Dat geheim gaat tot hun achttiende mee de brandkast in….
De potentiële kandidaat
Eind 2020, begin van de tweede stevige lockdown, hebben we er serieus over nagedacht. Meneer R en ik. Niet de kids. Natuurlijk niet. Als we ook maar één barstje zouden laten zien in onze vastberadenheid had de hamster bij wijze van spreken al zelf voor de deur gestaan. Zeer weinig diervriendelijk (excuses maal duizend) spraken we over een misschien overzichtelijke periode van twee jaar. Voor een Russische dwerghamster. Ik had zelfs wat online onderzoek gedaan. Een Russische hamster zou beter knuffelbaar zijn. In mijn achterhoofd de illusie dat onze kinderen een huisdier niet na twee maandjes zat zouden zijn. Ik had een youtube kanaal gevonden met alleen maar filmpjes over het leven (en verzorging) van de dwerghamster. Als Xander en Mare sliepen scrolde ik door de filmpjes om een gedegen afweging te maken. En om te kijken of ik ook helemaal soft en knuffelbaar werd van schattige hamster-filmpjes. De kans was immers zeer realistisch aanwezig dat na een paar weken meneer R. en ik genoodzaakt zouden zijn de taak van dierenverzorger op ons te nemen.
Ja of Nee?
Uiteindelijk viel het kwartje de verkeerde kant op. Nu ja, verkeerd. Ik denk de goede kant op. Er kwam geen hamster. Geen huisdier. Ondanks dat we nu (te) veel tijd doorbrengen op dezelfde vierkante meters, betekent niet automatisch dat een lief, schattig, knuffelbaar hamstertje over een jaar nog steeds 24-7 huisbewoners om zich heen zou hebben. Een ander cruciaal feit bezegelde het lot van de hamster die niet zou komen. De aanbeveling was een verblijf van minimaal 1,5 meter lang. Waar in de vredesnaam zou onze nieuwe huisgenoot moeten verblijven? Stadse woning die al krap genoeg is met 4 aardbewoners. Een ruimte opeisende hamster die zelf alleen knuffelbaarheid zou inbrengen was niet de gedroomde extra huisgenoot. Een mini verblijfje ergens weggestopt in een hoekje of vensterbank was hamster-onterend. Balans opgemaakt. Knoop doorgehakt. Geen hamster. Geen huisdier. Flinke pech voor de kinderen die én niet weten hoe dichtbij ze ooit bij een huisdier zijn geweest, én de pech hebben dat daardoor papa en mama nog meer overtuigd zijn van het ‘nee-geen-huisdier’ standpunt.
Huisdier te leen?
Gelukkig hebben we grote dierenvrienden in de familie. Wij gaan niet bij familie op bezoek. Wij gaan bij de hondjes op bezoek. Huisdieren opsnuiven. We mogen ook een keer oppassen op de goudvis van een vriend. En met een abonnement op de dierentuin kopen we ook wat schuldgevoel af. Ik heb Mare moeten beloven op zoek te gaan naar huisdier-logeer-partijtjes. Een makkelijk in te lossen belofte leek me dat. Helaas, er worden alleen maar grote honden aangeboden. Ik ben op zoek naar een onschuldig konijntje, een vrolijke leguaan, een chille schildpad of een papegaai voor een nachtje. Mocht je een kandidaat hebben: u maakt de helft van ons gezin er dolgelukkig mee. Of zelfs die Russische knuffelbare hamster… want wie weet.