Verkiezingstijd. Bij ons woont een scherp politiek journalist. We worden dagelijks doorgezaagd, het vuur aan de schenen gelegd. Een stevig verkiezingsdebat is niets vergeleken bij de ondervragings-vuren en -technieken van Xander. Waarom stem je niet op de partij die uit de kieswijzer kwam? Waarom stem je misschien op die partij en zeker niet op die andere? Er zijn 37 partijen die meedoen aan de verkiezingen, hoe moet je daar tussen kiezen? Allemaal vragen die de afgelopen dagen het gesprek dicteren bij ons aan de keukentafel, voor het slapen gaan, na het Jeugdjournaal, en bij het wakker worden. Ik word er bijna zwevende kiezer van….
Democratie in de kliko
Als we mogen stemmen nemen wij de kinderen altijd mee naar de stembus. Duw ze onze democratie door de strot. Het is een gezinsuitje. Stempassen mee, op de step, we gaan een vakje rood kleuren. Netjes binnen de lijntjes anders telt de stem niet. Precies lieverd, hiervoor leer je binnen de lijntjes kleuren op school. Op het stembureau horen we elke keer: “mevrouw, meneer, uw kind mag niet mee het stemhokje in”. We kennen de regels. Stel dat ik me door Xander of Mare zou laten beïnvloeden. Nee, de aandacht van de kinderen in het stemlokaal is op andere zaken gericht. Waarom moet het altijd met een rood potlood? Waarom zijn die papieren voor het stemmen zooooooo groot? Gelukkig mogen de kids het stemformulier wel in de grote vuilnisbak stoppen. Opgroeien in de Hollandse democratie, les 1: gooi uw ingevulde stembiljet in de kliko.
Keuzestress
Tijdens de voorjaarsvakantie hebben we alle kies- en stemwijzers ingevuld die Xander op het internet kon vinden. Iedereen in de familie werd vakkundig opgedragen mee te doen. We vlogen van links naar rechts in het politieke spectrum. We werden volwassen Greta Thunberg-ers, of conservatieve pleitbezorgers. Tot grote hilariteit van de volwassenen en tot een nog groter “ik-begrijp-er-nu-echt-niets-meer-van-onbegrip-met-vragende-blikken” van de kinderen. Een poging om uit te leggen hoe de stemwijzers worden opgesteld waarbij voor elke partij ook een hele specifieke stelling wordt gebruikt, en dat er hele idee-programma’s van meerdere pagina’s van een politieke partij bestaan, maakt het concept van een stemwijzer voor de kinderen nog raadselachtiger. De volgende ochtend wordt mij dan ook opnieuw het vuur aan de schenen gelegd waarom ik misschien ga stemmen op een partij die niet eens in mijn top tien stond bij de kinderkieswijzer. Ja, leg dat maar eens uit. Lieverd, zelfs deze help-mij-kiezen-instrumenten zijn een beetje onderdeel van de politiek. Het moge duidelijk zijn dat dit niet als een duidelijk – maar zeer politiek geformuleerd – antwoord wordt ervaren….
De mens achter de politicus
In de Kidsweek stond een Q&A-sessie met de meeste lijsttrekkers. Minder inhoudelijke standpunten, maar de zogenoemde ‘mens achter de politicus’. Wat is je grootste blunder? Heb je huisdieren? Aan de keukentafel tijdens het eten moesten we van Xander 1 voor 1 een profiel van een lijsttrekker voorlezen. Aan het eind van deze exercitie kwam natuurlijk weer De Vraag: op wie ga je nu stemmen? Mare deed ook vol enthousiasme mee. Haar favoriete vraag aan de lijsttrekkers was: “wie is je beste politie-vriend van een andere partij?”. Een hardnekkige verbastering van de vraag wie je beste politie-ke vriend is. Logisch want Mare wil later politieagente worden. En ik snap het ook wel. De politie is je beste vriend leren we allemaal!
De spanning stijgt in de aanloop naar de verkiezingsdagen. Het Jeugdjournaal-debat op zondag. Het afspreken van het beste moment dat we alle vier samen kunnen stemmen. En natuurlijk de onderhandelingen over die ene belangrijke vraag. Wie gooit – na het kleuren – het stembiljet van papa en wie het stembiljet van mama in de grote vuilnisbak? Lang leve onze Nederlandse democratie!