Moederziel alleen aan de keukentafel. Daar zit je dan. Een leeg nest. De emotionele rollercoaster is het diepe dal ingedoken. Een traan – een echte of een in het haar overgebleven waterdruppeltje – vermengt zich met je koffie. De kinderen zijn weer naar school. Het lege nest syndroom grijpt je bij de strot. Doelloos staar je naar je laptop. Ik kan toch niet werken zonder kinderen? Wat moet ik nu kleuren in de pauze? Waar zijn mijn excuusjes voor saaie overleggen? Waar is mijn knutselopdracht voor vandaag? Waar is mijn kroost als ik ze nodig heb!
Nu de scholen weer open zijn wordt ik geacht weer volop aan het werk te zijn. Maar ik heb heimwee, weemoed naar het ‘huiswerken in thuisonderwijs’. Natuurlijk hebben ook wij de kinderen meermaals achter het behang geplakt, ze virtueel naar buiten geschopt, of extra opdrachten gegeven om nog even zelf een notitie af te kunnen maken. Maar nu de kinderen weer naar school mogen is het toch even slikken. Meer slikken dan ik wellicht had gedacht. Ik mis stiekem de gezelligheid, het lawaai, de spontane kusjes en knuffels en…. de schoolopdrachten. Vooral de creatieve. Samen collages maken, bekende kunst natekenen, een tableau vivant op de foto, een boot maken van dozen, of een echt niet lijkend zelfportret verven.
Raadsels
Ik mis de gekke raadsels. Tijdens het avondeten losten we gezamenlijk de raadsels op die groep zes in de vroege ochtend kreeg. We moesten kannibalen en sjieke dametjes veilig naar de overkant varen. Rode legoblokjes voor de kannibalen en witte voor de sjieke dames. Twee kannibalen eten een dame op. We moesten een slak helpen ontsnappen uit een diepe put. Volgens Xander was de slak er zeker een week eerder uit dan wat Mare zei. De diepe put paste bijna niet op het leeg papier. Ik mis de geweldige muziekleraar die in de tweede lockdown nog betere opdrachten op film zette dan in de lockdown van 2020. Jongleren met appels terwijl je een liedje zingt, het drumstel op de potten en pannen.
Rekenen en Taal
Ik mis de rekensommen die mij terug wierpen naar de schoolbank. Sinds wanneer maken we geen staartdelingen meer in een soort piramide? Zo eentje waar je dan korte streepjes verticaal naar beneden moest zetten als je het volgende cijfer erbij pakte. Wat dacht je van de hersenkrakers waarbij driehonderd tweeënzeventig maal drieëntwintig niet met een rekenmachine uitgerekend mag worden. Zo eentje waarbij je zoon tien keer sneller de uitkomst heeft. Of de taallessen met volstrekt surrealistische associaties. Met hakwoorden, politie-woorden, kilo-woorden en zing-woorden. En waarbij elke logische associatie die je daarbij hebt niet klopt. Grote hilariteit dat papa en mama niet weten wat een zing- of een kilo-woord is. Na maanden thuisonderwijs heb ik – eerlijk opgebiecht -nog steeds geen idee.
Voorzichtig open ik de inbox van mijn email. Daar zit genoeg afleiding in voor de komende uurtjes. Rechts liggen de witte tekenvellen en staat de doos met stiften. Ik zet me aan het werk. Ga mijn eerste overleg in. Tien uur. De kinderen hebben waarschijnlijk nu de kleine pauze met een appeltje. Ga mijn volgende overleg in. Mijn aantekeningenboekje van het werk kan best wat kleur gebruiken. De doos met stiften binnen handbereik en als ik het handig doe hoeft niemand van de collega’s het te zien. Roze en paars. Want die kleuren mocht ik van Xander en Mare niet gebruiken. O yeah!